In het Bestuursakkoord hebben we uitgesproken dat we staan voor een duurzaam financieel perspectief. Vanuit dat perspectief hebben wij onze ambities financieel vertaald. Zowel bij onze start als college als in de Meerjarenbeleidsvisie 2019-2022 hebben wij aangegeven dat we naar wegen zoeken om het oplossen van de forse tekorten sociaal domein hand in hand te laten gaan met de verwerkelijking van onze ambities.
Wij zeggen toch met enige trots dat we geslaagd zijn om deze puzzel te leggen, zonder concessies te doen aan ons financieel uitgangspunt. In de tabel zijn de mutaties weergegeven ten opzichte van de meerjarenbeleidsvisie.
| bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Beginstand overgenomen uit meerjarenbeleidsvisie (§ 4.2) | 5.348 V | 5.029 V | 5.975 V | 5.312 V |
Doorrekening septembercirculaire gemeentefonds (§ 4.2) | 700 V | 700 V | 500 V | 500 V |
Doorlichting reserves (§ 4.2) | 1.315 V | 1.170 V | 1.170 V | 1.170 V |
7.363 V | 6.899 V | 7.645 V | 6.982 V | |
Financiële vertaling Bestuursakkoord (§ 1.2) | ||||
P1 Maatschappelijke voorzieningen | 133 V | 461 N | 375 N | 397 N |
P2 & P3 Sociaal domein | 9.760 N | 7.038 N | 3.983 N | 3.973 N |
P4 Economie, mobiliteit & arbeidsmarkt | 58 N | 12 N | 9 V | 152 N |
P5 Ruimtelijke ontwikkeling | 935 N | 1.005 N | 1.095 N | 335 N |
P6 Veiligheid | 100 N | 867 N | 857 N | 857 N |
P7 Kwaliteit leefomgeving | 965 N | 936 N | 853 N | 691 N |
P8 Bestuur en organisatie | 3.938 V | 2.350 V | 2.275 V | 1.425 V |
P8 Bedrijfsvoering | 1.700 N | 1.850 N | 2.000 N | 2.000 N |
9.447 N | 9.819 N | 6.879 N | 6.980 N | |
Totaal Programmabegroting 2019-2022 | 2.084 N | 2.920 N | 766 V | 2 V |
De cijferreeks waarmee we starten (eerste regel) is voordelig wegens het accres in de algemene uitkering van het gemeentefonds op basis van de Meicirculaire 2018, in een verder beleidsarme beleidsvisie. Ondertussen is ook de septembercirculaire doorgerekend met een bescheiden extra voordeel. We hebben zoals aangekondigd de reserves doorgelicht. Een paar reserves hoeft niet langer in stand gehouden te worden. Naast een incidentele bate die verwerkt wordt in de cijfers van 2018, levert dit structureel een voordeel op omdat de voeding aan sommige reserves niet langer plaats hoeft te vinden.
Dit alles bij elkaar geeft een nieuw financieel kader waarbinnen ideeën en voorstellen voor het waarmaken van onze ambities tegen elkaar gewogen moesten worden. In het voorwoord hebben we al melding gemaakt dat nieuwe prognoses over het sociaal domein de ruimte zeker in de eerstkomende twee jaren te niet doet. In de cijfers is de taakstelling sociaal domein van € 4,5 miljoen structureel uit de meerjarenbeleidsvisie al verwerkt. Vanaf 2021 zien wij kansen om deze taakstelling met € 2,0 miljoen extra te verhogen.
Onze financiële polsstok is dus van onvoldoende lengte om nu al onze ambities te kunnen verwerken. Voor een aantal concrete voorstellen ontbreken op dit moment de structurele middelen. Voor deze ambities die nu nog even blijven liggen gaat het college de komende periode op basis van ‘nieuw voor oud’ op zoek naar bijpassend budget. We hebben daarbovenop ambities opgenomen in het Bestuursakkoord die meer voorbereidingstijd vragen om tot uitvoering te komen. Wat later in de tijd, voor 2020 (€ 1,5 miljoen), 2021 (€ 1,4 miljoen) en 2022 (€ 0,3 miljoen) is hiervoor geld gereserveerd in de begroting.
Het voordeel op programma 8 wordt met name ingegeven door getroffen maatregelen die administratief neerslaan bij het onderdeel concernfinanciën. Een meer gedetailleerde toelichting van de mutaties per programma is opgenomen in de volgende paragraaf.
We zetten de lijn voort om met het Investeringsfonds Impuls Ede extra financiële slagkracht te genereren om onze speerpunten waar te maken. De inzet voor 2019 ramen we op € 4,5 miljoen.
Voor de toetsing aan de door u gestelde financiële kaders is het een belangrijke constatering dat de Programmabegroting 2019-2022 in meerjarig perspectief structureel sluitend is. Een tweede norm is de door u gestelde bodem in de algemene reserve van € 10 miljoen. De omvang van de reserve zakt gedurende deze bestuursperiode niet onder de grens. Vanaf 2019 schommelt onze algemene reserve rond de € 13 miljoen. Een gedetailleerd overzicht is opgenomen in paragraaf 4.2.