Met de decentralisatie van taken op gebied van jeugd, participatie en zorg per 1 januari 2015 is een programmaorganisatie neergezet om deze nieuwe taken te implementeren. De effecten van de implementatie en het realiseren van de transformatie vraagt een langere doorlooptijd. In deze paragraaf geven we de voortgang aan.
De opgave en ontwikkelingen
Na een transitieperiode waarin de nieuwe taken zijn geïmplementeerd, zien we de kosten stijgen en vraagt de transformatie nog veel inspanning. In de meerjarenbeleidsvisie hebben we aangegeven dat de financiële situatie in het sociaal domein resulteert in een nadeel van € 8 à 9 miljoen. Zoals verwoord in het memo 'Financiële situatie en proces ombuigingen sociaal domein' dat u op 18 september 2018 heeft ontvangen, is het financiële knelpunt in het sociaal domein opgelopen tot € 9 à 11 miljoen. Dit is over de volledige breedte van het sociaal domein en daarmee breder dan de nieuwe gedecentraliseerde taken.
De stijging ten opzichte van het tekort zoals gepresenteerd in de meerjarenbeleidsvisie wordt vooral veroorzaakt door de stijging van kosten voor jeugdzorg. Dit is financieel niet houdbaar. In het convenant is een duurzaam financieel perspectief als kader mee gegeven. Er is dus een grote noodzaak tot bijsturen.
Omdat we het sociaal domein zien als samenhangend geheel, kijken we voor ombuigingsmogelijkheden naar de volledige begrotingsprogramma’s 2 (preventieve ondersteuning) en 3 (individuele ondersteuning).
Interventies
Er is reeds gestart om binnen de huidige beleidskaders de zorg en ondersteuning bij te sturen. Middels data-analyses doen we gerichte aanpassingen en interventies in de wijze waarop zorg wordt ingezet en beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd. We brengen trends in beeld, beoordelen of dit gewenste dan wel ongewenste ontwikkelingen zijn en interveniëren waar nodig.
Dat doen wij volgens drie lijnen, te weten: effectievere sturing, efficiency in bedrijfsvoering en sturen op
samenwerking in ketens. Binnen deze drie lijnen zijn mogelijke ombuigingsmaatregelen in kaart gebracht.
Effectievere sturing
De ombuigingsmaatregelen binnen de lijn ‘effectievere sturing’ hebben betrekking op aanscherping op
toegang en regie tot maatwerkvoorzieningen Wmo Jeugd, contractmanagement en her-allocatie van
middelen. Een concreet voorbeeld hiervan is dat we per direct zijn gestart met actieve dossieropbouw bij cliënten die vanwege hun situatie en ondersteuningsbehoefte mogelijk kunnen doorstromen naar de wet langdurige zorg. Een ander voorbeeld is het terugdringen van het gebruik van BSO+ (gespecialiseerde buitenschoolse opvang) door de bestaande BSO voorzieningen waar nodig te versterken en instroom naar BSO+ te stoppen. Andere maatregelen gaan over kostprijzen, tarieven, beoordeling van subsidieaanvragen en bijvoorbeeld het laten vrijvallen van reserves. Specifiek op gebied van jeugd zijn regionaal scherpe gesprekken gevoerd met zorgaanbieders. Deze hebben geleid tot concrete transformatieprojecten die moeten leiden tot betere zorg voor minder geld. Vanuit de Wmo zijn nieuwe tarieven ingevoerd. Dit leidt tot een substantiële besparing op de kosten voor de Wmo vanaf 2019.
Samenwerking in ketens
Samenwerking in ketens gaat over het vormgeven van de transformatie. De ombuigingsmaatregelen die
hierbinnen vallen zetten in op een inhoudelijke verandering van het zorgaanbod zelf. Het gaat hierbij om het
creëren van prikkels om transformatie te realiseren. Zoals een transitiefonds beschermd wonen, waarbij met middelen uit de afbouw tarieven BW een intramuraal fonds wordt gecreëerd voor extramurale oplossingen. Maar ook het verbreden van de inzet van de ‘specialistische ondersteuner huisartsen’ om instroom naar de GGZ te verminderen of het ontwikkelen van een tussenvorm van gezinshuizen en pleegzorg.
Efficiency in bedrijfsvoering
Onder ‘efficiency in bedrijfsvoering’ vallen maatregelen die betrekking hebben op onder andere de interne
formatie, efficiëntere inzet van de sociaal teams, lichte triage waar mogelijk en het optimaliseren van
ondersteunende IT-systemen.
Het zoeken naar, analyseren en realiseren van ombuigingsmogelijkheden is een lopend proces waarin
verschillende fasen parallel lopen. Sommige ombuigingen worden nog onderzocht op haalbaarheid,
anderen worden al concreet vormgegeven.
Ook het zicht bepalen van gewenste ombuigingen buiten de bestaande beleidskaders wordt de komende periode in beeld gebracht. Begin 2019 wordt de opbrengst van deze inventarisatie gepresenteerd. Deze opbrengst zal betrokken worden bij eventuele aanvullende ombuigingen buiten het bestaande beleidskader.
Op basis van onderbouwde inschattingen, gaan we uit van een ombuiging binnen het bestaande beleidskader van € 2,3 miljoen in 2019 oplopend naar € 4,5 miljoen in 2020 en € 6,5 miljoen in 2021.
Fonds impuls sociaal domein
Middels het besluit 'Versterken Kracht van Ede' is voor de transformatie een impuls sociaal domein ter grootte van € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld gedurende de periode 2017-2019. Deze wordt ingezet voor het doorontwikkelen van laagdrempelige ontmoetingsplekken, doorontwikkeling van respijtzorg, sluitende aanpak (van signalering tot crisisopname) voor personen met verward gedrag, pilot wijkgerichte aanpak met als doel een speelveld ontwikkelen waarin de cliënt centraal staat en in staat is om binnen zijn eigen mogelijkheden regie te voeren over zijn eigen ondersteuningstraject en innovatie.
Mijlpalen
- Realiseren ombuiging binnen bestaand beleidskader.
- In beeld brengen ombuigingsmogelijkheden buiten bestaand beleidskader.
- Lobby rijk.
- Duurzaam financieel perspectief in 2021.
Risico's
Het bijsturen gaat niet met één druk op de knop. Het sociaal domein is complex, de context is complex, we
werken op verschillende niveaus (bovenregionaal, regionaal en lokaal), er zijn diverse actoren en spelers en
oorzaak en gevolg zijn vaak lastig te bepalen. Belangrijk gegeven is ook dat we de toegang tot zorg niet
volledig in eigen hand hebben (een groot deel van de toegang tot jeugdzorg verloopt via huisartsen).
Grote systeemveranderingen doorlopen nooit een geplande route. Dit maakt dat rekening wordt gehouden met een grotere bandbreedte van de risico inschatting. Ook de effecten van vergrijzing, langer thuis wonen, aanzuigende werking door invoering abonnementstarief Wmo en autonome ontwikkelingen jeugdzorg vergroten dit risico.
Top 3 risico’s
Risico | Gevolg | Beheersmaatregel |
---|---|---|
Meer zorguitgaven dan zorgbudget | Wachtlijsten of budgetoverschrijding |
|
Lagere inkomsten vanuit Rijk door herijking verdeelmodellen | Minder middelen voor zorg beschikbaar |
|
Risico-regelreflex als respons op incidenten | Verlamming van innovatiekracht | Gedragslijn is ongeschreven regel, waarmee voorkomen wordt, dat wordt gevraagd om zware regelgeving ten behoeve van bijvoorbeeld preventie. |